Voorste kruisband reconstructie
Artroscopische ingreep waarbij de continuiteit van de voorste kruisband wordt hersteld.
Een succesvolle voorste kruisbandreconstructie bestaat uit het begrijpen van verschillende factoren: mechanische eigenschappen van de verschillende greffes, het anatomisch plaatsen van de greffe, mechanisch gedrag en sterkte van de fixatiematerialen alsook het biologische proces dat voorkomt tijdens het remodelleren van de greffe, maturatie en de incorporatie.
Een kruisbandoperatie gebeurt door middel van een kijkoperatie.
Voor het vervangen van de kruisband kan de chirurg gebruik maken van verschillende greffes. Meestal wordt hiervoor een eigen pees gebruikt (autogreffe). De hamstringpezen worden het vaakst gebruikt, doch zo nodig kan de chirurg ook kiezen om de quadricepspees of de patellapees te oogsten.
Ook kan er gebruik gemaakt worden van een allogreffe. Deze pees is afkomstig van een donor. Deze greffes worden voornamelijk gebruikt bij revisie-ingrepen of bij multi-ligamentaire reconstructies. In specifieke casussen wordt gebruik gemaakt van een kunstligament (LARS-ligament).
De meest gebruikte techniek is het oogsten van een hamstringpees. Hierbij wordt de Semitendinosus 4x getubuleerd. Zo nodig wordt hier bijkomend een andere spierpees aan toegevoegd (Gracilis) (M5,M6).
Deze greffe wordt terug op een anatomische positie geplaatst. De chirurg doet dit door de tunnels (in boven- en onderbeen) op de oorspronkelijke plaats van de kruisband te laten uitkomen. Wanneer in het onderbeen de kruisband anatomisch geplaatst is, krijgen we bij het boren van de tunnel een zogenoemd ‘Samba-sign’.
Hierdoor zal de nieuwe kruisband een betere isometrie hebben, waardoor er een verminderde voorwaartse verplaatsing optreedt van het onderbeen. Ook is er een betere controle op de rotatie van het onderbeen.
De fixatie van de greffe moet sterk genoeg zijn om falen te vermijden. Doch deze dient ook voldoende stijf te zijn, waardoor de biologische ingroei verbetert. Hiervoor maken we gebruik van een interferentieschroef en post-schroef of Swive-lock anker.
Aan het bovenbeen wordt er gebruik gemaakt van een tight-rope-systeem.
In specifieke gevallen zal de chirurg ook aan de buitenzijde een bijkomende versteviging maken: de extra-articulaire augmentatie. De goede indicaties hiervoor zijn een revisie-ingreep, een belangrijke rotatoire instabiliteit (hooggradige pivot-shift) en een zeer intensieve sporter. Hierbij wordt een deel van de ITB-band getunneld onder het lateraal collateraal ligament (LCL) en gefixeerd op het bovenbeen met een kram.
Veelgestelde vragen
Wat zijn de te verwachten problemen?
Zo’n 5% van de patiënten kan na 3 maanden revalidatie de knie moeilijk volledig strekken. Dit is te wijten aan littekenweefsel dat rondom de nieuwe kruisband groeit. Zo dit problematisch is, kan dit door een kijkoperatie (arthroscopie) vlot verwijderd worden.
Hoe lang dien ik spuitjes te krijgen tegen trombose?
14 dagen. Doch indien je een laag risicoprofiel hebt, is dit niet nodig.
Wanneer kan ik autorijden?
Dit is afhankelijk van de kracht en coördinatie van uw knie. Je kinesist begeleidt je hierin. Meestal is dit mogelijk rond week 4-6 na de operatie.
Hoelang blijf ik in het ziekenhuis?
De operatie gebeurt in principe in daghospitaal. Dit betekent dat je ’s morgens of ’s middags opgenomen wordt en ’s avonds (+/ 19u) naar huis kan. De chirurg komt ’s avonds nog langs. Bij teveel pijn, kan je best één nacht opgenomen blijven.