Chondral picking
Tijdens deze arthroscopische techniek worden gaatjes gemaakt in bodem van het kraakbeendefect, waardoor een nieuwe ‘pseudo-kraakbeenlaag’ kan opgroeien.
Wat?
Met deze eenvoudige techniek worden via een dunne boor of een priem gaatjes gemaakt in de bodem van het kraakbeendefect. Door het onderliggende bot te doorboren, kunnen er vanuit het sponsbot cellen in het defect sijpelen. Zo ontstaat een (bloed)prop van waaruit de aanwezige stamcellen een soort vervangkraakbeen zullen laten groeien. We doen dit alleen bij relatief kleine defecten (< 1 cm2). Dit is een oudere, eenvoudige techniek die evenwel alle modernere, gesofisticeerdere en vooral duurdere kraakbeentransplantietechnieken overleefd heeft. Deze techniek blijft de gouden standaard bij het behandelen van kleine defecten.
Wie?
Deze techniek gebruiken we bij relatief kleine kraakbeenletsels (<1 cm2) en bij kraakbeenletsels waarbij het onderliggende bot (subchondrale plaat) nog intact is. Het gaat meestal om relatief jonge patiënten (< 50 jaar).
Onderzoeken?
Deze defecten zijn te klein om op klassieke radiografie opgemerkt te worden . Zelfs op een MRI (scanner) is de ware diepte van het letsel niet altijd perfect te beoordelen. De beslissing om dit defect effectief te behandelen, kan daarom soms pas tijdens de ingreep (artroscopie) genomen worden.
Ingreep
Deze ingreep kan perfect via kijkoperatie uitgevoerd worden. Eerst worden aan de randen van het defect de losse flarden kraakbeen verwijderd. Daarna worden de gaatjes op correcte afstand van elkaar in het onderliggende bot geklopt of geboord.
Revalidatie
Gezien het om kleinere defecten gaat mag meestal onmiddellijk na de ingreep gesteund worden. Omdat het vervangkraakbeen moet opgroeien en zich moet vasthechten aan de bodem van het defect vragen we om gedurende een half jaar geen bruuske stop- of draaibewegingen uit te voeren. Het nieuwe kraakbeen heeft tijd nodig om “uit te harden”.
Soms schrijven we een “unloader brace” voor om de druk op het behandelde compartiment van de knie te verminderen.
Door het vocht dat uit de gemaakte gaatjes sijpelt, kan de knie gedurende weken/maanden gezwollen blijven. Relatieve rust, ijsapplicaties en geduld kunnen dit onder controle brengen.
Contactsporten zijn minstens een jaar verboden. Gezien het kraakbeen nadien nooit “nieuw” wordt, is het dikwijls aangeraden om na dit soort ingreep blijvend echte impactsporten (voetbal, volleybal,..) te vermijden
Nb: Roken kan het opgroeien van het nieuwe weefsel vertragen/volledig verhinderen! Rookstop is noodzakelijk.