Behandeling bij onvoldoende rijpe heup

Bij een evolutieve heupdysplasie krijgt uw kind op de raadpleging een spreidbroekje (Pavlikbandage) aan. Dit is een flexibel tuigje en dus geen gipsbroek. Door de spreidstand van de beentjes gaat de heupkop zich in de goede positie ten opzichte van het kommetje plaatsen. Hierdoor kan er zich terug een normale heupvorm ontwikkelen. Het is belangrijk dat je als ouder weet hoe je dan het beste met je kind kunt omgaan, daarom krijgt je hier veel uitleg over. De orthopedisch chirurg begeleidt je hierin, samen met de orthopedisch technieker.

Uw kindje moet dit tuigje 23 uur per dag dragen. Dit houdt in, dat je kindje het spreidbroekje in totaal 1 uur per dag niet aan hoeft. Je hebt dus per dag ongeveer een uur (verdeeld over de dag) om je kind zonder tuigje aan-en uit te kleden, te wassen en te verschonen. Het is overigens niet altijd nodig om het tuigje uit te doen bij het verschonen van de luier.

Behandeling met het tuigje overdag en ’s nachts, duurt zeker 6 tot 12 weken afhankelijk van de voorafgaande afwijking en de verdere evolutie. Als hierdoor een goede heupontwikkeling ontstaat, hoeft het tuigje vervolgens alleen ’s nachts en tijdens de slaapjes overdag aan en mag het verder overdag uit, gedurende een maand. Nadien volgt een verdere opvolging.

De duur van deze opvolging is individueel verschillend en wordt mede bepaald door de initiële afwijking en de evolutie tijdens de behandeling. Heupdysplasie is een dynamisch proces en het kan dus zijn dat er na een goede evolutie, m.a.w. een goede correctie op termijn, zich terug een herval voordoet. Het kan dus zijn dat op latere leeftijd opnieuw een behandeling gestart moet worden.

Tot 6 maanden wordt de hoger beschreven Pavlik-bandage gebruikt.

In de volgende infobrochure kan u meer info terugvinden.

Aanleggen van tuigje/Pavlikbandage

Het is heel belangrijk dat je het tuigje goed aanlegt, om de juiste stand van de heup te krijgen. In het begin kan dit best lastig zijn.

De orthopedisch technieker laat je zien hoe je dit doet tijdens je eerste bezoek op de raadpleging. Je krijgt meer uitleg en kunt natuurlijk je vragen stellen. Ongeveer een week na dit bezoek kom je terug op de raadpleging bij de orthopedisch technieker.

De passing van het tuigje wordt gecontroleerd en je kan natuurlijk je vragen stellen. Heb je tussen deze afspraken of erna nog vragen? Neem dan gerust contact op met de orthopedisch technieker.

Vanaf 6 maanden gebruiken we het Visser-apparaat. Hiermee kan je kindje kruipen. Het apparaat wordt eveneens aangemeten door de orthopedisch technieker en is eveneens verkrijgbaar in verschillende maten. Minimum behandeling is hier meestal 6 maanden.

Vanaf de leeftijd van 1 jaar wordt een Hilgenreiner-apparaat aangelegd. Dit apparaat laat toe dat je kindje kan stappen, maar wel met de beentjes uiteen. Het apparaat wordt op maat gemaakt door onze technieker en moet meestal tijdens de groei worden aangepast. De minimum behandeling is 6 maanden en soms een jaar.

Vanaf de leeftijd van 2 jaar wordt er geen spreidbehandeling meer toegepast omdat we weten dat dit geen bijkomende verbetering meer geeft. Er zal nog een spontane verbetering optreden doch deze wordt niet meer verbeterd door de beentjes gespreid te houden.

Indien op de leeftijd van 4 jaar de hellingshoek van de heupkom groter is dan 26° dan is een kanteloperatie van de heupkom meestal noodzakelijk (bekkenosteotomie).

Indien er op termijn op kinder- of tienerleeftijd een restdysplasie aanwezig is dan kan een verdere follow-up noodzakelijk. Een operatieve correctie is meestal slechts nodig indien er belangrijke pijnklachten zouden optreden. Indien mogelijk wordt hiermee gewacht tot het bekken volgroeid is en dan wordt een Ganz-bekkenosteotomie verricht.

Verwikkelingen

Wennen aan het spreidbroekje of het gipsbroekje

Je kind kan de eerste dagen (nachten) wat huilerig zijn, omdat het minder kan bewegen en moet wennen aan het spreidbroekje. Dit duurt meestal niet langer dan een paar dagen. Als dit slapeloze nachten veroorzaakt bij je kind, dan mag je de spreidbroek ’s nachts enkele uren uitdoen. Ervaring heeft wel geleerd, dat je kind het snelste went als je even doorzet.

Pijn

Je kind mag niet zoveel pijn hebben, dat het onophoudelijk hard huilt. Als je vermoedt dat je kind echt pijn heeft, neem dan tijdens kantoortijden contact op met de orthopedisch technieker. Als deze niet bereikbaar is, neem dan contact op met de polikliniek orthopedie. Buiten kantooruren kan je hiervoor terecht op spoedgevallen.

Beweeglijkheid

De beweeglijkheid van de beentjes van een kindje met een spreid- of gipsbroekje moet goed blijven. Vaak houdt een kind de eerste week nadat het broekje is aangelegd, het aangedane beentje wat stiller dan het andere. Dit is geen probleem. De weken daarna moet dit echter verdwijnen en hoort je kindje weer beide beentjes op dezelfde manier te gaan gebruiken. Wel moet je kindje beide knietjes altijd kunnen strekken! Als dit bij je kind niet goed gaat, neem dan contact op met de orthopedisch technieker.

Wanneer neem je direct contact op?

Als je kindje onophoudelijk hard blijft huilen, is het belangrijk om contact op te nemen. Tijdens kantooruren bel je hiervoor met de polikliniek orthopedie. Buiten kantooruren kan je hiervoor terecht op spoedgevallen.

Tips en adviezen

Wassen van de spreidbroek

De Pavlikbandage kan met de hand gewassen worden. Veel ouders willen graag een tweede spreidbroek, om hygiënische redenen. Helaas vergoedt het ziekenfonds dit niet.

Hulpmiddelen om je kind te dragen en te vervoeren

Het is belangrijk om de hulpmiddelen waarin je je kind draagt en vervoert aan te passen. Een Maxi Cosi is bijvoorbeeld (te) diep. Daarom moet je hierin een goede dikke handdoek of molton leggen, zodat de beentjes zonder enige belemmering kunnen worden gespreid. Er zijn langere banden voor de Maxi Cosi verkrijgbaar. Ook in een ander autostoeltje moet je ervoor zorgen dat de benen voldoende gespreid kunnen worden.

Een rug-of buikdrager kan je blijven gebruiken, als je kindje beide beentjes maar goed gespreid kan houden in de juiste gebogen stand.

Voeden

Let er bij het voeden op dat de beentjes goed gespreid blijven. Het kan even zoeken zijn naar een goede houding om je kindje in een spreidmiddel te voeden.

Borstvoeding geven

Ook het geven van borstvoeding is heel goed mogelijk. Je kan de volgende manieren proberen:

  • Naast je baby gaan liggen (op bed)
  • Het hoofdje/lijfje van je baby op uw onderarm, de beentjes op een kussen naast je zij. Met een kussen op je schoot.
  • Neem wat meer de tijd om je kindje een boertje of windje te laten doen. Door de gespreide stand van de beentjes kan het daarmee wat meer moeite hebben.
Smetplekjes

Smetplekjes zijn rode, soms jeukende of pijnlijke plekjes, die eruitzien als luiereczeem. Ze kunnen ontstaan in de knieholtes, als de beentjes door het spreidmiddel dicht tegen de billen zijn opgetrokken. Je kan de plekjes dun insmeren met zinkzalf.

Kleding

Kleding kan zowel over als onder het tuigje gedragen worden. Wanneer het spreidtuigje van kunststofmateriaal is gemaakt, kan het soms, met name bij heet weer, broeien. Het is dan handig om afgeknipte boorden van badstofsokken eerst om de beentjes te doen voordat je de spreidbroek om doet. Broekjes die iets wijder zijn en met drukknoopjes in de binnen-beennaad zijn vaak erg handig. Daarnaast geeft katoenen kleding de minste irritatie.

Op het internet zijn allerlei sites waarop aangepaste kledij en hulpmiddelen worden aangeboden. Deze zijn niet noodzakelijk maar kunnen soms een oplossing bieden voor problemen waar je tegenaan loopt (zoekterm “dysplasie heup en kledij”)

Wat kan je verwachten in de toekomst?

Omdat we hier te maken hebben met een evolutieve aandoening is verdere follow up noodzakelijk. Als de behandeling aanslaat kan de behandeling meestal na 3 tot 6 maanden worden afgebouwd. Rond 6 maanden wordt een bekkenfoto gemaakt om te zien hoe de kop en kom zich ontwikkelen. Hoe later de heupafwijking wordt ontdekt, hoe langer de behandeling duurt.

Door het spreidtuigje kan je kind een achterstand oplopen in de ontwikkeling van het bewegen. Deze haalt het echter na het staken van de spreidbehandeling snel in.

Operatie op latere leeftijd

Heel soms is het nodig om rond de leeftijd van 4-6 jaar toch nog een operatieve correctie uit te voeren indien de hellingshoek > 26° is. Dit alles om de heupen zo optimaal mogelijk hun werk te laten doen, ook op lange termijn. Daarom zal je kind ook na het beëindigen van de spreidbehandeling regelmatig worden gecontroleerd.

Als je kind ongeveer 5 jaar is en de heupontwikkeling is volledig normaal (hellingshoek onder de 20°), zijn er niet veel problemen meer te verwachten.

Wie contacteren bij vragen/problemen

Mocht je na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan tijdens kantooruren gerust contact op met de orthopedisch technieker of de raadpleging orthopedie/pediatrie.

Buiten kantooruren kan je bij dringende problemen contact opnemen met de dienst spoedgevallen.

Klik hier om de brochure met meer informatie terug te vinden.

Maak een afspraak
Het is mogelijk om je afspraak online vast te leggen via onderstaande link.
Maak een online afspraak
Maak je je afspraak liever telefonisch? Dan kan je terecht bij ons secretariaat.
Bel campus Sint-Jozef
Bel campus Sint-Elisabeth
Terug naar specialisatie

Cookies

Wij maken gebruik van cookies om u de best mogelijke ervaring op onze website te garanderen. Voorkeuren