Vingerartrose

Wat?

Invaliderende pijnklachten op basis van slijtage van de kleine gewrichten van de vingers. In de volksmond wordt vaak van "reuma" gesproken. Dit is echter meestal een foute benaming. Arthrose of slijtage is de correcte benaming.

Wie?

Vooral dames 60-70 jaar

Klachten?

• Belastingsgebonden- en rustpijn aan de kleine gewrichten van de vingers. Zwelling in wisselende mate aanwezig.
• Bewegingsbeperking (de vinger kan niet meer helemaal plooien en/of strekken).
• Standafwijkingen.

Onderzoeken?

Een gewone radiografie van de hand volstaat meestal om de diagnose te bevestigen. Soms is gespecialiseerd reumatologisch onderzoek wenselijk als er twijfel bestaat over de oorzaak. Arthrose van de vingers is evenwel vele malen frequenter dan reumatisch lijden.

Wanneer behandelen?

De klok kan niet teruggedraaid worden. Slijtage kan niet genezen of afgeremd worden. Een behandeling kan wel aangewezen zijn wanneer de pijnklachten te hinderlijk worden. De beweeglijkheid van de vingers verbeteren is vaak slechts beperkt mogelijk.

Behandelingsmogelijkheden

Niet operatief‍

- Voedingssuplementen, warmte, pijnstiller (paracetamol)

Operatief

- Vastzetten van een gewricht: Het zieke gewricht wordt weggenomen en de botjes worden aan mekaar vastgemaakt met een schroefje. Dit wordt verkozen voor het laatste gewrichtje van de vinger (net voor de nagel) of bij mensen die nog fysiek zware arbeid willen kunnen verrichten

- Plaatsen kunstgewricht: Het zieke gewricht (basisgewricht of middelste gewricht) van een vinger kan vervangen worden door een kunstgewricht. Dergelijke ingreep wordt gevolgd door revalidatie bij de kinesitherapeut en leidt tot een pijnvrij en beweeglijk vingergewricht.

Nazorg?

Een postoperatief verband wordt na enkele dagen vervangen door een beperkt verband zodat snel revalidatie bij een gespecialiseerd kinesitherapeut kan gestart worden. De revalidatie duurt een zestal weken.