Spinaalkanaalstenose
Wat?
Spinaalkanaalstenose is een vernauwing van het ruggenmergkanaal welke centraal of perifeer kan zijn. Deze vernauwing wordt veroorzaakt door een uitpuiling van de discus naar achter toe, beenderige aanwassen aan de achterzijde van het wervellichaam, verdikking van het ligamentum flavum (ligament dat de ene wervelboog met de andere verbindt) en het groter worden van de facetgewrichten (door artrose: klassieke beeld vernauwing en verbreding van het gewricht). Deze vernauwing veroorzaakt een belangrijke druk op het ruggenmerg (=centrale stenose) en/of zenuwen (=perifere stenose) waardoor belangrijke pijn in 1 of beide benen kan ontstaan.
Dit kan zowel ontstaan in de nek als in de lage rug.
Wie?
Spinaalkanaalstenose is een verouderingsverschijnsel en zien we dus voornamelijk bij de iets oudere patiënt (65-plusser) . Sporadisch zien we soms ook al een jongere (40-plusser) met deze problematiek.
Klachten
Spinaalkanaalstenose in de lage rug veroorzaakt pijn ter hoogte van beide onderste ledematen en wordt voornamelijk gekenmerkt door progressief moeilijker stappen. Stappen met een voorovergebogen houding gaat beter en fietsen gaat over het algemeen nog vlot. Tintelingen ter hoogte van de onderste ledematen en voeten zijn frequent aanwezig.
Onderzoeken
De diagnose wordt het best gesteld door middel van een NMR (=MRI) van de lumbale wervelkolom. Wanneer deze niet mogelijk is door claustrofobie of de aanwezigheid van pacemaker of neurostimulator, is een CT scan van de lage rug een goed alternatief. Bijkomend kan een EMG van de onderste ledematen het zenuwlijden bevestigen. Dit zenuwonderzoek wordt uitgevoerd door een neuroloog of fysisch geneesheer.
Behandelingsmogelijkheden
De behandeling van spinaalkanaalstenose is in de eerste plaats opnieuw conservatief (= niet operatief). Deze bestaat dan uit pijnstilling en ontstekingsremmers in combinatie met kinesitherapie.
Wanneer er echter duidelijke klachten zijn tijdens het stappen wordt er overgegaan tot behandelingen in de pijnkliniek. De klassieke epidurale infiltratie ter hoogte van de de lage rug wordt niet meer uitgevoerd gezien het beperkte resultaat. Er wordt nu gebruik gemaakt van transforaminale infiltraties, ook wortelblok genoemd. Bij falen hiervan en progressief toenemende klachten gaan we over tot een operatieve ingreep. Deze kan gaan van een eenvoudige hemilaminectomie (=vrijmaken van het ruggenmergkanaal) tot een volledige decompressie en fusie (PLIF of PLIF MySpine MC). De keuze hangt af van de leeftijd van de patiënt en de stabiliteit van de wervelzuil.